Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Door de schakelaar in te drukken
wordt de tussenafstand als volgt gewijzigd:
- Lang
- Gemiddeld
- Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorligger ook
weergegeven.
Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekening mee dat de
aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid van 80 km/h. De
tussenafstand
is afhankelijk van de rijsnelheid.
Afstandsopties |
Tussenafstand |
Lang |
Ongeveer 50 m |
Gemiddeld |
Ongeveer 40 m |
Kort |
Ongeveer 30 m |
LESEN SIE MEHR:
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste
snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
Wijzigen van een
geprogrammeerde snelheid
Druk op de toets "MENU" om naar het
algemene menu te gaan.
Selecteer het menu "Persoonlijke instelling -
configuratie" en bevestig uw keuze.
Selecteer het menu "Parameters auto" en
bevestig uw keuze.
Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestig uw keuze.
Selecteer "Geprogrammeerde snelheden"
en bevestig uw keuze.
Selecteer de te wijzigen geprogrammeerde
snelheid en bevestig uw keuze.
Wijzig de snelheid en bevestig uw keuze.
Selecteer "OK" en bevestig dit om de
wijzigingen op te slaan.
Om veiligheidsredenen mogen de
geprogrammeerde snelheden alleen
worden gewijzigd als de auto stilstaat.