Antiblokkeersysteem (ABS)
WAARSCHUWING ABS (of ESC) kan geen ongelukken voorkomen die het gevolg zijn van gevaarlijk rijgedrag. Hoewel u de auto bij een noodstop beter onder controle kunt houden, moet u toch voldoende afstand tot uw voorligger te bewaren. U moet uw rijsnelheid altijd aan de omstandigheden aanpassen en zo nodig uw snelheid verlagen. De remweg van auto's met ABS (of ESC) kan in de volgende situaties langer zijn dan van auto's zonder een dergelijk systeem. Rijd in deze situaties met een lagere snelheid:
- Op slechte wegen, wegen met steenslag of wegen die met sneeuw bedekt zijn.
- Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn.
Op wegen met kuilen of met hoogteverschillen. Probeer de werking van het ABS (of ESC) van uw auto niet uit bij hoge snelheden of
tijdens het nemen van een bocht. Hiermee kunt u zichzelf en anderen in
gevaar brengen.
Het ABS registreert continu de snelheid van de wielen. Zodra de wielen
dreigen te blokkeren, regelt het antiblokkeersysteem herhaaldelijk de
hydraulische remdruk op de wielen In een situatie waarin u remt en de
wielen dreigen te blokkeren is een tikkend geluid hoorbaar in het remsysteem
en kan het rempedaal gaan trillen Dit is normaal. Het betekent dat het
ABS in werking is getreden Om in een noodsituatie het maximale rendement
uit het ABS te halen, moet u niet proberen zelf de remdruk te regelen en
'pompend' te gaan remmen. Trap het rempedaal zo hard mogelijk in en laat
het ABS verder het werk doen.
OPMERKING Na het starten van de motor en het wegrijden kan er in de motorruimte een klikkend geluid
hoorbaar zijn. Dat is normaal en geeft aan dat het ABS op de juiste manier
werkt
- Zelfs met het antiblokkeersysteem heeft uw auto nog steeds voldoende
remweg nodig. Bewaar altijd een veilige afstand tot de auto voor u.
- Rem altijd af voor een bocht. Het antiblokkeersysteem kan geen
ongevallen voorkomen die het gevolg zijn van te snel rijden.
- Op wegen met los grind of wegen die niet vlak zijn kan het
antiblokkeersysteem voor een langere remweg zorgen dan bij auto’s
zonder antiblokkeersysteem.
LET OP
- Wanneer het Waarschuwingslampje ABS brandt en blijft branden, is er mogelijk een probleem met het ABS. In dat geval werken de remmen echter wel normaal.
- Het Waarschuwingslampje ABS gaat, nadat het contact om stand ON is gezet, gedurende ongeveer 3 seconden branden. Het ABS voert dan een zelfdiagnose uit en het lampje gaat uit wanneer alles in orde is. Wanneer het lampje blijft branden, is er mogelijk een probleem met het ABS. Laat uw voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen een officiële Kia dealer/servicepartner.
LET OP
- Als u op een weg rijdt waar erg weinig grip is, bijvoorbeeld bij vorst, en u voortdurend de remmen gebruikt, is het ABS voortdurend in werking en kan het Waarschuwingslampje ABS gaan branden. Zet de auto op een veilige plaats stil en zet de motor uit.
- Start de motor opnieuw. Als het Waarschuwingslampje ABS uit gaat, is het ABS in orde. Anders is er mogelijk een storing in het ABS. Laat uw voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen een officiële Kiadealer/ servicepartner.
OPMERKING Als u de auto met een hulpaccu moet starten doordat de accu is leeggeraakt, draait de motor mogelijk niet soepel rond en kan bovendien het Waarschuwingslampje ABS gaan branden. Dit wordt veroorzaakt door de lage accuspanning. Het betekent niet dat er een storing in het ABS is.
- Rem niet 'pompend'!
- Laad de accu bij voordat u wegrijdt.
LESEN SIE MEHR:
Parkeerrem automatisch in werking
Als de EPB vanuit AUTO HOLD wordt bediend, klinkt een WAARSCHUWING ssignaal
en wordt een melding weergegeven.
Electronic Stability Control (ESC) is ontworpen om de stabiliteit van de
auto in bochten te verbeteren. Het ESC controleert in welke richting u
stuurt en in welke richting de auto daadwerkelijk beweegt. Het ESC remt de
wielen individueel af en grijpt indien nodig in het motormanagementsysteem
in om de auto te stabiliseren.
Uw auto heeft een on-board diagnosesysteem dat de emissieregeling van de
motor controleert. Indien een van de volgende waarschuwingslampjes gaan
branden, wijst dit erop dat het on-board diagnosesysteem een storing in de
emissieregeling heeft gedetecteerd.
Waarschuwingslamp motorkoelvloeistoftemperatuur.
Waarschuwingslamp ontsteking.
Controlelamp motorstoring.
Waarschuwingslamp aandrijflijn.
Waarschuwingslamp water in brandstof.