Remsysteem
LESEN SIE MEHR:
Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als de selectiehendel van stand P
(parkeren) of N (neutraal) in een andere stand wordt gezet.
Zet de selectiehendel nooit in stand P (parkeren) als de auto nog
niet volledig tot stilstand is gekomen.
Zorg ervoor dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat
stand R of D wordt ingeschakeld.
Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is
bijzonder gevaarlijk Laat de auto bij het rijden altijd in een
versnelling staan.
Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt.
Hierdoor kunnen de remmen oververhit raken en dienst gaan weigeren.
Schakel in plaats daarvan bij het afrijden van een lange helling terug
naar een lagere versnelling. Hierdoor remt de auto af op de motor.
Verlaag de snelheid voordat u terugschakelt Anders kan de
lagere versnelling misschien niet worden ingeschakeld.
Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw niet uitsluitend op
stand P van de transmissie om de auto op zijn plaats te houden.
Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde
ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gas geven en
schakelen. Op een glad wegdek kan een abrupte snelheidsverandering
leiden tot verlies van grip van de aangedreven wielen, waardoor u de
controle over uw auto kunt verliezen.
Voor de beste prestaties en een zo laag mogelijk
brandstofverbruik moet het gaspedaal met een gelijkmatige beweging
worden ingetrapt en losgelaten.
Uw auto is voorzien van bekrachtigde remmen die bij normaal gebruik
automatisch afgesteld worden Als de rembekrachtiging uitvalt omdat de
motor is afgeslagen of door een andere oorzaak, kunt u de auto alsnog tot
stilstand brengen door het rempedaal met een grotere kracht dan normaal in
te trappen. De remweg zal echter langer dan gewoonlijk zijn Als de motor
niet draait, wordt de mate van bekrachtiging steeds minder naarmate u het
rempedaal vaker indrukt Als de rembekrachtiging uitvalt, probeer dan niet
"pompend" te remmen Rem alleen "pompend" om bij een glad wegdek de
controle over de auto te behouden.
Druk wanneer u de aansteker wilt gebruiken,
deze in en wacht enkele seconden tot de
aansteker uit zichzelf naar buiten springt.
Verwijder de aansteker en sluit een
geschikte adapter aan als u een
12V-accessoire (maximaal vermogen:
120 W) wilt aansluiten.