Instructieboekje, auto handleidingen

Automatische werking

Automatische werking

1. Automatisch programma "comfort"

  Wij raden aan om een van de drie AUTO-standen te gebruiken: het systeem zorgt voor een aangenaam klimaat in de auto op basis van de door u ingestelde waarde.

In alle drie de standen regelt het systeem zelf de comforttemperatuur om zo snel mogelijk het door u gewenste klimaat te verkrijgen.

Het systeem kan in alle jaargetijden effectief gebruikt worden, mits de ruiten zijn gesloten.

  • Druk herhaaldelijk op de toets "AUTO".
    • één lampje brandt; milde instelling,
    • twee lampjes branden; gemiddelde instelling,
    • drie lampjes branden; hoge instelling.

Gebruik bij voorkeur de instellingen "gemiddeld" en "hoog" voor het behoud van een aangename temperatuur voor de achterzitplaatsen.

Om bij koude motor te voorkomen dat er koude wind in uw gezicht geblazen wordt, wordt de aanjagersnelheid in dergelijke situaties geleidelijk verhoogd tot het gewenste niveau is bereikt.

Als de temperatuur in de auto bij het instappen veel lager of hoger is dan de ingestelde waarde, heeft het geen zin om voor het gewenste comfort de ingestelde waarde te wijzigen. Het systeem compenseert bij gesloten ramen en ongeacht het seizoen automatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.

2-3. Regeling bestuurderpassagier

  De bestuurder en de voorpassagier kunnen de temperatuur afzonderlijk naar wens instellen.

De op het display weergegeven waarde heeft betrekking op een bepaald comfortniveau en niet op de werkelijke temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.

  • Draai de knop 2 of 3 naar links of naar rechts om deze waarde te verlagen of te verhogen.

Voor een optimaal comfort wordt de waarde 21 aanbevolen. Niettemin is afhankelijk van uw wensen een afstelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.

Voor een optimaal comfort is het raadzaam dat het verschil in instelling links en rechts niet meer dan 3 bedraagt.

4. Automatisch programma "zicht"

  Zie de rubriek "Voorruitontwaseming - Ontdooien".

Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt dat zolang de voorruitontwaseming in werking is, de STOP-functie niet beschikbaar is.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Automatische airconditioning met gescheiden regeling

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Handmatig verstellen

    Als u dat wenst, kunt u de automatische bediening van het systeem handmatig aanpassen. De controlelampjes in de toets "AUTO" gaan uit; de overige functies blijven automatisch geregeld, met uitzondering van de airconditioning. Druk op de toets "AUTO" om het systeem weer volledig automatisch te laten functioneren. Om het interieur maximaal te verkoelen of te verwarmen is het mogelijk de minimale waarde 14 of de maximale waarde 28 te overschrijden. Draai de knop 2 of 3 naar links totdat "LO" verschijnt of naar rechts totdat "HI" verschijnt.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus

    Wanneer de constante-snelheidsregeling is geselecteerd, blijft de auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmodus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz. 1. Houd, terwijl de cruise control is uitgeschakeld, de toets ON/OFF ten minste 1,5 seconde ingedrukt.