Instructieboekje, auto handleidingen

Bluetooth-apparaten

Dit menu biedt toegang tot uw Bluetooth-apparaten. Gebruik de pijltoetsen om door de menu-opties te scrollen. Via het menu kunt u apparaten toevoegen, verbinden en verwijderen en een mobiele telefoon als primaire telefoon instellen.

Menu-opties Bluetooth-apparaten

  1. Druk op de toets PHONE.
  1. Navigeer tot de optie voor Bluetooth-apparaten verschijnt en druk vervolgens op de toets OK.
  1. Scrol om een van de volgende opties te selecteren:
Menu-item  Actie en omschrijving 
Toevg. Extra mobiele telefoons aan het systeem koppelen.
  • Selecteer de optie Toevoegen om de koppelingsprocedure te starten.
  • Wanneer een bericht voor het beginnen met koppelen in het display van de audio-unit wordt weergegeven, zoekt u naar SYNC op uw mobiele telefoon. Raadpleeg zo nodig de handleiding van het apparaat.
  • Selecteer SYNC op uw mobiele telefoon.
  • Wacht tot de pincode verschijnt op het telefoondisplay. Vergelijk de pincode op de telefoon met de pincode op het audiodisplay, en accepteer het verzoek op het display van de mobiele telefoon en het voertuig. Het display geeft aan wanneer de koppeling is voltooid. *
  • Als de optie voor het instellen van de mobiele telefoon als primaire telefoon verschijnt, selecteer dan Ja of Nee.
  • Afhankelijk van de functies van uw mobiele telefoon kan het systeem u extra vragen stellen (bijvoorbeeld of u uw telefoonboek wilt downloaden). Selecteer Ja of Nee om uw antwoord te bevestigen.
Verwd. Nadat een mobiele telefoon uit de lijst verwijderd is, kan de mobiele telefoon alleen verbonden worden door het volledige koppelingsproces opnieuw uit te voeren. Selecteer de optie voor verwijderen en bevestig wanneer het systeem vraagt het geselecteerde apparaat te verwijderen. 
Hoofd Het systeem probeert een verbinding te maken met de primaire mobiele telefoon wanneer de auto op contact wordt gezet. Wanneer een mobiele telefoon als primaire telefoon geselecteerd wordt, dan wordt deze als eerste in de lijst weergegeven en gemarkeerd met een asterisk.  Een eerder gekoppelde mobiele telefoon als primaire mobiele telefoon instellen. Selecteer de optie voor primaire telefoon om de primaire mobiele telefoon te bevestigen. 
Verb. Een eerder gekoppelde mobiele telefoon verbinden. U kunt slechts met een mobiele telefoon per keer verbinding maken om gebruik te maken van de functionaliteit van de mobiele telefoon. Wanneer er met een andere telefoon verbinding wordt gemaakt, wordt de verbinding met de vorige mobiele telefoon voor de telefoondiensten verbroken. Met het systeem kunt u tegelijkertijd verschillende Bluetooth-apparaten gebruiken voor de functionaliteit van de mobiele telefoon en de functie Bluetooth audio afspelen. 
Ontkp. De geselecteerde mobiele telefoon ontkoppelen. Selecteer deze optie en bevestig als hierom wordt gevraagd. Nadat een mobiele telefoon ontkoppeld is, kan hiermee weer verbinding worden gemaakt zonder de volledige koppelingsprocedure opnieuw te hoeven uitvoeren. 

*In sommige gevallen wordt u gevraagd om een pincode in te voeren op uw telefoon. Voer dan de pincode van zes tekens die verschijnt op het audiodisplay, in op uw telefoon. Het display geeft aan wanneer de koppeling is voltooid.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Tekstberichten

    Met het systeem kunt u tekstberichten ontvangen, versturen, downloaden en verwijderen. Het systeem kan tevens ontvangen tekstberichten lezen, zodat u uw ogen niet van de weg hoeft te nemen. N.B.:  Dit is een telefoonafhankelijke functie. Ga naar uw lokale Ford-website voor meer ondersteuning. Een tekstbericht ontvangen

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Systeeminstellingen

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Richtingaanwijzers

    Om de richtingaanwijzers te kunnen gebruiken, moet het contact in de stand ON staan. Beweeg de combischakelaar omhoog of omlaag (A) om de richtingaanwijzers in te schakelen. De groene, pijlvormige controlelampjes op het instrumentenpaneel geven aan welke richtingaanwijzer in werking is. Na het nemen van de bocht, worden de lampjes automatisch uitgeschakeld. Zet de combischakelaar handmatig terug in de middenstand als de richtingaanwijzers na een bocht blijven knipperen.