Instructieboekje, auto handleidingen

Controlelampjes

Wanneer het contact AAN wordt gezet, gaat het rode controlelampje gedurende 10 seconden branden en gaat vervolgens het groene controlelampje gedurende 2 seconden branden om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.

De controlelampjes geven het volgende aan:

  • Als het groene controlelampje gaat branden en blijft branden, is het systeem ingeschakeld.
  • Als het groene controlelampje knippert, wordt er een noodoproep gedaan (hetzij automatisch hetzij handmatig).
  • Als er geen controlelampjes branden, is het systeem niet ingeschakeld.
  • Als het rode controlelampje brandt op een ander moment dan direct na het AAN zetten van het contact, is er mogelijk een storing in het systeem aanwezig of is de back-upbatterij mogelijk leeg. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

    De levensduur van de back-upbatterij is ten minste 3 jaar.

WAARSCHUWING

■Wanneer er geen noodoproep kan worden geplaatst

  • De volgende zaken kunnen zich voordoen. Neem in dergelijke gevallen op een andere wijze contact op met de meldkamer.
    • Mogelijk kan er moeilijk contact worden gelegd met de meldkamer, zelfs al bevindt de mobiele telefoon zich wel in een ontvangstgebied. Dit komt mogelijk door het ontvangstniveau of doordat de lijn bezet is. In dergelijke gevallen krijgt u mogelijk geen contact met de meldkamer en kunt u dus geen noodoproep doen en kunnen hulpdiensten niet worden ingeschakeld, ook al probeert het systeem verbinding te maken met de meldkamer.
    • Wanneer de auto zich buiten het ontvangstgebied van de mobiele telefoon bevindt, kan er geen noodoproep worden geplaatst.
    • Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur (zoals het paneel van de toets SOS, de controlelampjes, microfoon, luidspreker, DCM, antenne of op de apparatuur aangesloten bedrading) of deze beschadigd of kapot is, kan er geen noodoproep worden geplaatst.
    • Tijdens de noodoproep doet het systeem herhaaldelijk een poging om contact op te nemen met de meldkamer. Als er echter als gevolg van een slechte ontvangst geen contact kan worden gelegd met de meldkamer, kan het systeem mogelijk geen contact maken met het mobiele netwerk en wordt de noodoproep beëindigd zonder dat er verbinding is gemaakt. Het rode controlelampje knippert gedurende ongeveer 30 seconden om aan te geven dat de verbinding is verbroken.
    • Het apparaat werkt mogelijk niet wanneer er een kracht op wordt uitgeoefend.
  • Als de spanning van de 12V-accu afneemt of als de accu is losgenomen, kan het systeem mogelijk geen verbinding maken met de meldkamer.

Wanneer de DCM door een nieuw exemplaar wordt vervangen ERA-GLONASS moet worden geactiveerd. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

 

WAARSCHUWING

■ Voor uw veiligheid

  • Rijd voorzichtig.

    De functie van dit systeem is om u te helpen bij het plaatsen van een noodoproep bij ongevallen, zoals een verkeersongeval of een plotseling medisch noodgeval. Het systeem biedt de bestuurder en de passagiers op geen enkele wijze bescherming.

    Rijd voorzichtig en doe voor uw veiligheid altijd uw veiligheidsgordel om.

  • Geef bij noodgevallen uw leven en de levens van anderen topprioriteit.
  • Wanneer u een branderige lucht of anderszins een vreemde lucht ruikt, blijf dan niet in de auto zitten en zoek onmiddellijk een veilige plek op.
  • Het systeem signaleert schokken, waardoor de automatische meldingen mogelijk niet altijd overeenkomen met de werking van het airbagsysteem. (Wanneer de auto van achteren wordt aangereden, enz.)
  • Als de kracht van de aanrijding of het ongeval laag is, wordt de airbag mogelijk niet geactiveerd. In dergelijke gevallen plaatst het systeem mogelijk niet automatisch een noodoproep. Mogelijk plaatst het systeem zelfs geen automatisch noodoproep, ook al is de airbag geactiveerd. Mocht dit gebeuren, neem dan contact op met de meldkamer door de toets SOS te bedienen.
  • Plaats om veiligheidsredenen geen noodoproep tijdens het rijden.

    Wanneer u tijdens het rijden belt, kan het zijn dat u het stuurwiel niet goed kunt bedienen, waardoor er een ongeval kan ontstaan.

    Breng de auto tot stilstand en controleer of de omgeving veilig is alvorens een noodoproep te plaatsen.

  • Vervang zekeringen altijd door zekeringen die aan de voorgeschreven norm voldoen.

    Als u andere dan de voorschreven zekeringen gebruikt, kan er kortsluiting in het circuit optreden en kan er brand ontstaan.

  • Wanneer u het systeem gebruikt terwijl er rook is of sprake is van een ongewone geur, kan er brand ontstaan. Stop onmiddellijk met het gebruik van het systeem en neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

 

OPMERKING

■ Voorkomen van schade Voorkom dat er vloeistof op het paneel van de toets SOS, enz. komt en sla er niet tegenaan.

In geval van een storing in het paneel van de toets SOS Mogelijk kan er geen noodoproep worden geplaatst en kunt u niet worden geïnformeerd over de status van het systeem. Als het paneel van de toets SOS kapot is, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Als er een storing aanwezig is in de luidspreker of de microfoon tijdens de noodoproep of de handmatige onderhoudscontrole Het is niet mogelijk om met een medewerker van de meldkamer te communiceren.

Als de apparatuur kapot is, neem dan contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Systeemonderdelen

    Toets SOS Controlelampjes Microfoon

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Onderhoud en verzorging

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Stoelverwarming

    Met de stoelverwarming kunnen de voorstoelen bij lage buitentemperaturen verwarmd worden. De stoelverwarming kan worden ingeschakeld door op de schakelaar te drukken voor de bestuurdersstoel en/of de stoel van de voorpassagier als het contact in stand ON (aan) staat Laat de schakelaars in stand OFF (uit) staan als de stoelverwarming niet gebruikt hoeft te worden. Telkens als u op de schakelaar drukt, verandert de temperatuurinstelling voor de stoel als volgt: Stoel op voorste rij