Instructieboekje, auto handleidingen

Controlesysteem bandenspanning

Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.

Zodra de auto rijdt, controleert het systeem permanent de spanning van de vier banden.

Controlesysteem bandenspanning

In het ventiel van elke band (met uitzondering van het reservewiel) is een druksensor gemonteerd.

Het systeem waarschuwt de bestuurder zodra het een daling van de spanning van een of meer banden detecteert.

Het controlesysteem van de bandenspanning is een hulpsysteem; de bestuurder moet waakzaam blijven.

 

Ondanks de aanwezigheid van dit systeem dient u maandelijks en voor elke lange reis de bandenspanning (ook die van het reservewiel) handmatig te controleren.

Een te lage bandenspanning heeft een negatief effect op de wegligging, verlengt de remweg en versnelt de bandenslijtage, met name onder zware omstandigheden (zware belading, hoge snelheid, lange rit).

 

Een te lage bandenspanning leidt ook tot een hoger brandstofverbruik.

 

De door de fabrikant voor uw auto aanbevolen bandenspanning staat vermeld op de bandenspanningssticker.

De bandenspanning moet bij "koude" banden worden gecontroleerd (auto die langer dan 1 uur heeft stilgestaan of na een traject van maximaal 10 km met gematigde snelheid). Is dit niet het geval, verhoog dan de op de sticker vermelde waarden met 0,3 bar.

Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de identificatie-elementen, waaronder de bandenspanningssticker.

LESEN SIE MEHR:

 Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Inschakelen/uitschakelen

Druk bij draaiende motor op de toets 1 om het systeem in te schakelen en het scherm uit te klappen. Houd de toets 2 ingedrukt om het systeem uit te schakelen en het scherm in te klappen.

 Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Waarschuwing te lage bandenspanning

Bij een te lage bandenspanning brandt dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en, afhankelijk van de uitrusting, in combinatie met de weergave van een melding.

 Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Automatische regeneratie van roetfilter

WAARSCHUWINGLaat de motor niet stationair draaien of parkeer de auto niet op droge bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Het regeneratieproces werkt met bijzonder hoge uitlaatgastemperaturen en na het afzetten van de motor en tijdens en na regeneratie blijft de uitlaat een aanzienlijke hoeveelheid hitte uitstralen. Dit kan brandgevaar opleveren. De normale bedrijfstemperatuur van het uitlaatsysteem is bijzonder hoog. Voer nooit werkzaamheden uit in de buurt van het uitlaatsysteem en probeer geen delen van het uitlaatsysteem te repareren voordat het uitlaatsysteem is afgekoeld. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u werkzaamheden uitvoert in de buurt van de dieseloxidatiekatalysator of het roetfilter. Zelfs wanneer de motor nog maar kort in bedrijf is geweest, worden de dieseloxidatiekatalysator en het roetfilter al extreem heet. Ze blijven heet nadat u de motor uitschakelt.