De passagiersairbag inschakelen
WAARSCHUWING
U moet de passagiersairbag inschakelen wanneer er geen
kinderzitje naar achteren gericht op de passagiersstoel vooraan
is geplaatst. Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd,
kan dit ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Zet de schakelaar in stand B.
Wanneer u het contact aanzet, moet u controleren dat de
waarschuwingslamp dat de airbag is uitgeschakeld niet gaat
branden.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWINGU moet de passagiersairbag uitschakelen wanneer een
kinderzitje naar achteren gericht op de passagiersstoel vooraan
is geplaatst. Gebruik nooit een kinderzitje dat naar achteren is
gericht op een stoel die beschermd is door een actieve airbag
ervoor. Het kind kan dodelijke of ernstige verwondingen oplopen.
Uitschakelen
Inschakelen
WAARSCHUWINGPlaats geen voorwerpen en bevestig geen apparatuur op of bij de
hemelbekleding bij de zijrail. Zo voorkomt u dat ze in contact kunnen komen
met de gordijnairbag als die wordt geactiveerd. Als deze instructies niet
worden opgevolgd, neemt de kans op verwondingen tijdens een aanrijding toe.
Leun niet met uw hoofd tegen het portier. De zij-airbag kan u verwonden
wanneer deze vanaf de zijkant van de rugleuning wordt geactiveerd.
Als er een bericht over een geblokkeerde sensor of camera verschijnt in
het informatiedisplay, worden de radarsignalen of camerabeelden
geblokkeerd. De radarsensor bevindt zich achter een afdekking in de
buurt van de onderste grille aan de bestuurderszijde. Als de radar
geblokkeerd wordt, werkt het Pre-Collision Assist-systeem niet en kan
het systeem geen voorligger detecteren. Wanneer de camera vooraan
geblokkeerd is, reageert het Pre-Collision Assist-systeem niet op
voetgangers of stilstaande voertuigen en werkt het systeem minder goed
bij bewegende voertuigen. De volgende tabel geeft een overzicht van
mogelijke oorzaken en handelingen die kunnen worden uitgevoerd wanneer
dit bericht wordt weergegeven.
Oorzaak
Handeling
Het oppervlak van
de radar in de grille is vuil of op een andere manier
geblokkeerd.
Maak het
oppervlak van de grille vóór de radar schoon of verwijder het
object dat de sensor blokkeert.
Het oppervlak van
de radar in de grille is schoon, maar het bericht blijft in het
display staan.
Wacht een
ogenblikje. Het kan een paar minuten duren voordat de radar
merkt dat de sensor niet meer geblokkeerd wordt.
Hevige regen,
opspattend water, sneeuw of mist verstoort de radarsignalen.
Het Pre-Collision
Assist-systeem wordt tijdelijk uitgeschakeld. Het Pre-Collision
Assist-systeem zou na een korte tijd automatisch weer moeten
inschakelen, zodra de weersomstandigheden verbeteren.
Opspattend water,
sneeuw of ijs op het wegdek kan de radarsignalen verstoren.
Het Pre-Collision
Assist-systeem wordt tijdelijk uitgeschakeld. Het Pre-Collision
Assist-systeem zou na een korte tijd automatisch weer moeten
inschakelen, zodra de weersomstandigheden verbeteren.
De radar is niet
meer goed uitgelijnd wegens een frontale botsing.
Neem contact op
met een erkende dealer om de radar te laten controleren op het
juiste bereik en een correcte werking.
De voorruit voor
de camera is vuil of op een andere manier geblokkeerd.
Maak de
buitenzijde van de voorruit voor de camera schoon.
De voorruit voor
de camera is schoon, maar het bericht blijft in het display
staan.
Wacht een
ogenblikje. Het kan een paar minuten duren voordat de camera
merkt dat de sensor niet meer geblokkeerd wordt.