Deactiveren of uitschakelen van het alarm
Deactiveer of schakel het alarm uit volgens een van de onderstaande manieren:
- Ontgrendel de portieren of open de achterklep met de
instapfunctie of de
afstandsbediening.
- Schakel het hybridesysteem in. (Het alarm wordt na enkele
seconden gedeactiveerd
of uitgeschakeld.)
■ Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.
■ Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te
vergrendelen
Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en
diefstal te
voorkomen:
- Er is niemand in de auto.
- De ruiten en het schuifdak (indien aanwezig) zijn gesloten
voordat het alarm wordt
ingeschakeld.
- Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de
auto achtergebleven.
■ Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het systeem gedeactiveerd.)
- De portieren of de achterklep worden ontgrendeld
met behulp van de mechanische
sleutel.
- Een persoon in de auto opent een portier, de
achterklep of de motorkap of ontgrendelt de
auto met de vergrendelknop aan de binnenzijde.
- De 12V-accu wordt opgeladen of vervangen
terwijl de auto is vergrendeld.
■ Door alarmsysteem bediende portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk van de situatie, de portieren
automatisch
vergrendeld om potentiële indringers buiten de auto te houden:
- De portieren worden handmatig ontgrendeld zonder de
mechanische sleutel en het
alarm wordt ingeschakeld.
- Terwijl het alarm in werking is, worden de portieren
handmatig ontgrendeld zonder de
mechanische sleutel.
- Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu
OPMERKING ■ Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of
verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden gegarandeerd. |
LESEN SIE MEHR:
Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging
wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende
omstandigheden geactiveerd:
Een vergrendeld portier of de achterklep wordt ontgrendeld
of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunctie of de afstandsbediening.
(Het portier
wordt automatisch weer vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand
dringt de auto
binnen.) (indien aanwezig)
Als de hellingsensor een verandering van de helling van de
auto signaleert.
De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de
auto.
De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van
de auto ten
opzichte van het wegdek, die bijvoorbeeld ontstaat als de auto
weggesleept
wordt.
Algemene informatieLaat uw hand niet op de versnellingshendel rusten tijdens het rijden en
gebruik de versnellingshendel niet om voorwerpen aan te hangen of te
ondersteunen. Dit kan schade aan de transmissie veroorzaken die niet onder
de voertuiggarantie valt.
Rijd niet met uw voet op het koppelingspedaal en gebruik het
koppelingspedaal niet om de auto in stilstand te houden op een heuvel. Dit
kan schade aan de koppeling veroorzaken die niet onder de voertuiggarantie
valt.