Inbraaksensor (indien aanwezig)/inbraaksensor en hellingsensor
(indien aanwezig)
- De inbraaksensor signaleert indringers of een beweging in de
auto.
- De hellingsensor signaleert een verandering van de hoek van
de auto ten
opzichte van het wegdek, die bijvoorbeeld ontstaat als de auto
weggesleept
wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te voorkomen, maar een
optimale beveiliging
tegen elke vorm van inbraak kan niet worden gegarandeerd.
■ De inbraaksensor en hellingsenlensor instel
Als het alarm wordt ingeschakeld, worden de inbraaksensor en de
hellingsensor
automatisch ingesteld.
■ De inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voorwerpen in de auto achterlaat, moet
u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor en de hellingsensor uitschakelt
voordat
u het alarm instelt, omdat deze sensoren reageren op bewegingen
binnen in
de auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Druk op de uitschakeltoets van
de inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de
inbraaksensor en de hellingsensor
weer in te schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor
wordt uitgeschakeld/ingeschakeld,
wordt er een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay in het
instrumentenpaneel.
■ Uitschakelen en automatisch weer inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
- Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer de inbraaksensor
en de hellingsensor zijn
uitgeschakeld.
- Nadat de inbraaksensor en de hellingsensor uitgeschakeld
zijn, worden deze opnieuw
ingeschakeld door op de startknop te drukken of de portieren te
ontgrendelen met de
instapfunctie of de afstandsbediening.
- De inbraaksensor en de hellingsensor zullen automatisch weer
worden ingeschakeld
wanneer het alarmsysteem gedeactiveerd wordt.
■ Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
- Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding aan
kledinghaakjes, in de auto.
- Plaatsen met extreme trillingen of geluiden of situaties
waarin de auto wordt blootgesteld
aan herhaaldelijke schokken of trillingen:
- Wanneer de auto is geparkeerd in een parkeergarage
- Wanneer de auto wordt vervoerd per boot, aanhangwagen,
trein, enz.
- Wanneer ijs van de auto verwijderd wordt
- Wanneer de auto zich in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie bevindt
- Wanneer de auto zich in een hagel- of onweersbui bevindt
■ Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
- De auto wordt vervoerd per boot, aanhangwagen, trein, enz.
- De auto staat geparkeerd in een parkeergarage.
- De auto bevindt zich in een wasstraat waarin de auto
verplaatst wordt.
- Een van de banden verliest zijn spanning.
- De auto wordt opgekrikt.
- Er doet zich een aardbeving of wegverzakking voor.
OPMERKING ■Om de inbraaksensor goed te laten
functioneren
- Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sensoren
in negatieve zin beïnvloed kan worden.
- Spuit geen luchtverfrisser of andere producten
rechtstreeks in de openingen van de sensoren.
- Als u andere accessoires installeert dan originele
Lexus-onderdelen of wanneer u
voorwerpen achterlaat tussen de bestuurdersstoel en de stoel van de
voorpassagier,
werkt de inbraaksensor mogelijk minder goed.
|
LESEN SIE MEHR:
Deactiveer of schakel het alarm uit volgens een van de onderstaande manieren:
Ontgrendel de portieren of open de achterklep met de
instapfunctie of de
afstandsbediening.
Schakel het hybridesysteem in. (Het alarm wordt na enkele
seconden gedeactiveerd
of uitgeschakeld.)
De krik is opgeborgen in een doos die is
bevestigd aan het reservewiel.
Het reservewiel is samen met deze doos
met een lier aan de onderzijde van de auto
bevestigd.
Zie de rubriek "Toegang tot het reservewiel".