Houd het gaspedaal nooit ingetrapt als de selectiehendel van stand P
(parkeren) of N (neutraal) in een andere stand wordt gezet.
Zet de selectiehendel nooit in stand P (parkeren) als de auto
nog niet volledig tot stilstand is gekomen.
Zorg ervoor dat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen
voordat stand R (achteruit) of D (rijden) wordt ingeschakeld.
Laat de auto nooit in zijn vrij een helling af rijden. Dit is
bijzonder gevaarlijk Laat het voertuig bij het rijden altijd in een
versnelling staan.
Houd het rempedaal niet langdurig achter elkaar ingetrapt.
Hierdoor kunnen de remmen oververhit raken en dienst gaan weigeren.
Schakel in plaats daarvan bij het afrijden van een lange helling terug
naar een lagere versnelling. Hierdoor remt de auto af op de motor.
Verlaag de snelheid voordat u terugschakelt Anders kan de
lagere versnelling misschien niet worden ingeschakeld.
Gebruik altijd de parkeerrem. Vertrouw niet uitsluitend op
stand P (parkeren) van de transmissie om het voertuig op zijn plaats
te houden.
Wees vooral voorzichtig bij het rijden op een gladde
ondergrond. Let in dat geval vooral op bij het remmen, gas geven en
schakelen. Op een glad wegdek kan een abrupte snelheidsverandering
leiden tot verlies van grip van de aangedreven wielen, waardoor u de
controle over uw auto kunt verliezen.
Voor de beste prestaties en een zo laag mogelijk
brandstofverbruik moet het gaspedaal met een gelijkmatige beweging
worden ingetrapt en losgelaten.
De transmissie met dubbele koppeling heeft zeven versnellingen vooruit en
één versnelling achteruit De verschillende versnellingen worden
automatisch ingeschakeld in stand D (rijden).
WAARSCHUWING Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beperken:
Controleer ALTIJD de omgeving rond de auto op de aanwezigheid van personen, in het bijzonder kinderen, voordat u de transmissie in stand D (rijden) of R (achteruit) zet.
Controleer altijd of stand P is
ingeschakeld, trek
de parkeerrem volledig aan en zet het contact in de stand LOCK/OFF voordat u de auto verlaat. Als deze voorzorgsmaatregelen niet worden opgevolgd kan de auto onverwacht en plotseling in beweging komen.
Rem op een glad wegdek niet snel af op de motor (schakelen vanuit een hoge naar een lage versnelling). Anders kan de auto in een slip raken en een ongeval veroorzaken.
De transmissie met dubbele koppeling geeft het rijgevoel van een
handgeschakelde transmissie maar met het gebruiksgemak van een
automatische transmissie. In tegenstelling tot een conventionele
automatische transmissie is het schakelen bij de transmissie met
dubbele koppeling voelbaar (en hoorbaar). U kunt deze transmissie
beschouwen als een automatisch schakelende handgeschakelde
transmissie. Wanneer u naar stand D schakelt, gebeurt het
schakelen volledig automatisch zoals bij een conventionele
automatische transmissie.
De transmissie met dubbele koppeling maakt gebruik van een
droge dubbele koppeling, die anders is dan de koppelomvormer van een
automatische transmissie, en die zorgt voor een betere acceleratie
tijdens het rijden Maar het wegrijden vanuit stilstand kan iets
langzamer gaan dan bij een automatische transmissie.
De droge koppeling brengt koppel over en geeft een direct
rijgevoel dat anders kan aanvoelen dan bij een conventionele
automatische transmissie met koppelomvormer. Dit kan beter merkbaar
zijn bij wegrijden vanuit stilstand of lage snelheid.
Bij het snel accelereren vanaf lage snelheden kan de motor met
een hoog toerental gaan draaien, afhankelijk van de rijomstandigheden.
Voor het soepel wegrijden vanuit stilstand helling op trapt u
het gaspedaal in op een manier die past bij de omstandigheden.
Als u bij lage snelheid uw voet van het gaspedaal haalt, kunt u
voelen dat er sterk op de motor wordt afgeremd, vergelijkbaar met een
handgeschakelde transmissie.
Bij het helling af rijden kunt u de sportstand gebruiken en op
de paddle shifters drukken om terug te schakelen Zo kunt u de
snelheid regelen zonder te veel op het rempedaal te hoeven drukken.
Bij het in en uitschakelen van de motor kunt u klikgeluiden horen
wanneer het systeem een zelftest uitvoert. Dit is een normaal geluid
bij een transmissie met dubbele koppeling
WAARSCHUWINGLaat de motor niet stationair draaien en parkeer of rij niet op droog
gras of ander droog materiaal. Het emissiesysteem warmt de motorruimte en
het uitlaatsysteem op, waardoor brandgevaar ontstaat.
De normale bedrijfstemperatuur van het uitlaatsysteem is bijzonder hoog.
Voer nooit werkzaamheden uit in de buurt van het uitlaatsysteem en probeer
geen delen van het uitlaatsysteem te repareren voordat het uitlaatsysteem is
afgekoeld. Wees bijzonder voorzichtig bij werkzaamheden in de buurt van de
katalysator. Zelfs wanneer de motor nog maar kort in bedrijf is geweest,
wordt de katalysator al extreem heet en deze blijft heet nadat u de motor
uitschakelt.