WAARSCHUWING
Gebruik het systeem voor dodehoekdetectie niet ter vervanging van de binnen- en buitenspiegels of over uw schouder kijken voordat u van rijstrook verandert. Het systeem voor dodehoekdetectie is geen vervanging voor voorzichtig rijden.
Het systeem werkt mogelijk niet goed bij erg slecht weer, bijvoorbeeld sneeuw, ijs, zware regenval en motregen. Wees altijd voorzichtig en oplettend tijdens het rijden. Als u niet goed oplet, kunt u een botsing krijgen.
Het systeem is ontworpen om voertuigen te detecteren die mogelijk uw dode hoek (A) zijn binnengereden. Het registratiegebied bevindt zich aan beide zijden van de auto en loopt vanaf de buitenspiegels tot ongeveer 4 m achter de achterbumper.
N.B.: Het systeem voorkomt geen contact met andere voertuigen. Het is niet ontworpen om geparkeerde voertuigen, voetgangers, dieren of andere infrastructuur te detecteren.Het dodehoekinformatiesysteem gebruiken
Auto's met automatische transmissieHet systeem wordt ingeschakeld wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Auto's met handgeschakelde versnellingsbak
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:Systeemlampjes en berichten
Wanneer het systeem een voertuig detecteert, gaat een waarschuwingslampje branden in de buitenspiegel aan de kant waar het naderende voertuig vandaan komt. Als u de richtingaanwijzer aan die zijde van uw auto inschakelt, gaat het waarschuwingslampje knipperen.
N.B.: Het systeem zal u wellicht niet waarschuwen als een voertuig snel door de detectiezone rijdt.Geblokkeerde sensoren
De sensoren bevinden zich achter de achterbumper aan beide zijden van uw auto.
N.B.: Houd de sensoren vrij van sneeuw, ijs en ernstige vuilaanslag.N.B.: Bedek de sensoren niet met bumperstickers, afdichtmiddel voor reparatie of andere voorwerpen.
N.B.: Geblokkeerde sensoren kunnen de systeemprestaties beïnvloeden.Als de sensoren zijn geblokkeerd, kan er een bericht op het informatiescherm verschijnen. De waarschuwingslampjes blijven branden maar het systeem waarschuwt u niet.
SysteemfoutenAls het systeem een storing detecteert, gaat een waarschuwingslampje branden en wordt er een bericht weergegeven.
Het systeem uit- en inschakelenU kunt het systeem uitschakelen via het informatiedisplay. Wanneer u het systeem uitschakelt, gaat een waarschuwingslampje branden en wordt er een bericht weergegeven. Wanneer u het systeem in- of uitschakelt, knipperen de waarschuwingslampjes twee keer.
N.B.: Het systeem onthoudt de laatstgekozen instelling.N.B.: Het systeem werkt mogelijk niet correct wanneer u een aanhanger sleept. Voor voertuigen met een door ons goedgekeurde aanhangermodule en trekhaak, wordt het systeem uitgeschakeld wanneer u een aanhanger aansluit. Voor voertuigen met een aftermarket aanhangermodule of trekhaak, is het raadzaam dat u het systeem uitschakelt wanneer u een aanhanger aansluit.
Neem contact op met een erkende dealer om het systeem permanent uit te schakelen.