Als u het systeem inschakelt in de modus Waarschuwing, verschijnt een afbeelding van een auto in bovenaanzicht met rijstrookmarkeringen op het informatiedisplay.
Als u het systeem inschakelt in de modus Hulp of de modus Waarschuwing en Hulp, verschijnt er ook een apart wit pictogram of bij sommige auto's worden er pijlen weergegeven bij de wegmarkeringen.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, worden de afbeeldingen van de wegmarkeringen niet weergegeven.Wanneer het systeem is ingeschakeld, verandert de kleur van de wegmarkeringen om de status van het systeem aan te geven.
Grijs: wijst erop dat het systeem tijdelijk geen waarschuwing of interventie kan geven aan de aangeduide zijde. Dat kan een van de volgende redenen hebben:Groen: wijst erop dat het systeem beschikbaar of klaar is om een waarschuwing of interventie te geven aan de aangeduide zijde.
Geel: wijst erop dat het systeem een interventie om binnen de rijstrook te blijven geeft of net heeft gegeven.Rood: wijst erop dat het systeem een waarschuwing om binnen de rijstrook te blijven geeft of net heeft gegeven.
Het systeem kan op elk moment tijdelijk worden onderdrukt door:Problemen opsporen
Waarom is de functie niet beschikbaar (rijstrookmarkeringen zijn grijs) wanneer ik de rijstrookmarkeringen op de weg kan zien? |
---|
Uw rijsnelheid ligt buiten het bedrijfsbereik van de functie. |
De zon schijnt direct in de lens van de camera. |
Snel en opzettelijk van rijstrook veranderen. |
U rijdt te dicht bij de rijstrookmarkeringen. |
Rijden tegen hoge snelheid in bochten. |
De laatste waarschuwing of interventie voor hulp is kort geleden gegeven. |
Ambigue rijstrookmarkeringen, bijvoorbeeld in constructiezones. |
Snelle overgang van licht naar donker of van donker naar licht. |
Plotse verandering in rijstrookmarkeringen. |
ABS of AdvanceTrac is actief. |
De camera is geblokkeerd door stof, vuil, mist, ijs of water op de voorruit. |
U rijdt te dicht bij uw voorligger. |
Overgang van geen rijstrookmarkeringen naar rijstrookmarkeringen of omgekeerd. |
Er zijn waterplassen op de weg. |
Vage wegmarkeringen, bijvoorbeeld gedeeltelijke gele wegmarkeringen op betonnen wegen. |
Rijstrook is te smal of te breed. |
De camera is niet gekalibreerd na het vervangen van de voorruit. |
Rijden op krappe wegen of ongelijkmatige wegen. |
Waarom komt de auto niet terug naar het midden van de rijstrook, zoals verwacht, in de modus Hulp of Hulp+ Waarschuwing? |
---|
Er zijn felle rukwinden. |
De weg is sterk aflopend. |
Ruwe wegen, groeven of hellende berm. |
Zware ongelijkmatige belasting van de auto of verkeerde bandenspanning. |
De banden zijn vervangen of de wielophanging is aangepast. |