WAARSCHUWING
U bent steeds verantwoordelijk voor de bediening van uw auto. Het systeem is bedoeld als hulpmiddel en is ontheft de bestuurder niet van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Als u deze instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto en al dan niet dodelijke verwondingen.
Rijd altijd voorzichtig en oplettend wanneer u de bedieningselementen en functies van uw auto bedient.Onder koude en barre weersomstandigheden is het mogelijk dat het systeem niet werkt. Regen, sneeuw en opspattend water kunnen de prestaties van de sensor beperken.
Het systeem werkt niet indien de sensor de rijstrookmarkeringen niet kan registreren.De sensor kan ook onterecht andere structuren en voorwerpen voor rijbaanmarkeringen houden. Dit kan resulteren in een valse of gemiste waarschuwing.
Grote contrasten in buitenverlichting kunnen de prestaties van de sensor beperken.Het systeem zal wellicht niet goed werken als de sensor is geblokkeerd. Houd de voorruit vrij.
Laat uw auto zo snel mogelijk controleren als er schade is in de onmiddellijke omgeving rond de sensor.Het systeem werkt wellicht niet correct als uw auto is uitgerust met een niet door ons goedgekeurde wielophangingsset.
N.B.: Het systeem werkt boven 64 km/h.N.B.: Het systeem werkt op voorwaarde dat de camera één rijstrookmarkering kan detecteren.
N.B.: Wanneer de hulpmodus is ingeschakeld en het systeem korte tijd geen stuuractiviteit detecteert, zal het systeem u waarschuwen dat u de handen op het stuurwiel moet houden. Het systeem kan een lichte grip of aanraking op het stuurwiel detecteren alsof u zonder handen rijdt.N.B.: Het systeem werkt wellicht niet als de camera is geblokkeerd of de voorruit is beschadigd of vuil.
Wanneer u het systeem inschakelt en het detecteert dat u waarschijnlijk onopzettelijk zult afwijken van uw rijstrook, geeft het systeem een melding of helpt het systeem u binnen uw rijstrook te blijven via het stuursysteem en het informatiedisplay. Afhankelijk van de geselecteerde functiemodus geeft het systeem een waarschuwing door een trilling van het stuur of stuurassistentie door de auto zachtjes terug binnen de rijstrook te sturen.
Het systeem in- en uitschakelenN.B.: De instelling om het systeem aan of uit te zetten wordt opgeslagen totdat de instelling handmatig wordt gewijzigd, tenzij er een MyKey wordt gedetecteerd. Als het systeem een MyKey detecteert, gaat het automatisch aan en wordt de modus ingesteld op waarschuwing.
Druk op de knop op de richtingaanwijzerhendel om het systeem aan of uit te zetten.