Instructieboekje, auto handleidingen

Overzicht van functies

Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en decelereert de auto automatisch overeenkomstig de veranderingen in snelheid van de voorligger, zelfs wanneer het gaspedaal niet wordt ingetrapt. In de constante-snelheidsregelmodus rijdt de auto met een constante snelheid.

Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwegen.

  • Afstandsregelmodus
  • Constante-snelheidsregelmodus

Gebruik van de ondersteunende systemen

  1. Toets tussenafstand
  2. Display
  3. Ingestelde snelheid
  4. Controlelampjes
  5. Cruise control-schakelaar
WAARSCHUWING

■ Voor het gebruik van de Dynamic Radar Cruise Control Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen op het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op de omgeving te letten.

Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem biedt ondersteuning bij het rijden om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan de geboden ondersteuning.

Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem gesignaleerde status van de voorligger afwijken van de door de bestuurder waargenomen status. Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar van elke situatie inschatten en veilig rijden.

Volledig afgaan op het systeem of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.

■Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen zijn aan de door het systeem geboden ondersteuning.

Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

  • De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand.

    De Dynamic Radar Cruise Control dient alleen ter ondersteuning van de bestuurder bij het bepalen van de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger.

    Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen en kan de bestuurder ook niet helpen tijdens het rijden bij slecht zicht. Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder zelf de omgeving van de auto goed in de gaten houdt.

  • De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand.

    De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt of de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan geen andere beoordelingen maken. Het is daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert blijft en inschat of een situatie mogelijk gevaarlijk is.

  • De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto.

    Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem kan geen aanrijdingen met een voorligger voorkomen. Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt direct de controle over de auto te nemen en juist te handelen om de veiligheid van alle betrokkenen te garanderen.

■ Voorkomen van onbedoeld activeren van de Dynamic Radar Cruise Control Schakel de Dynamic Radar Cruise Control uit met de toets ON/OFF als deze niet wordt gebruikt.

 

WAARSCHUWING

■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de Dynamic Radar Cruise Control Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control niet in de volgende situaties.

Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.

  • Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
  • In druk verkeer
  • Op wegen met scherpe bochten
  • Op slingerende wegen
  • Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
  • Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende wegen.

    Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogrammeerde snelheid overschrijden.

  • Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
  • Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware regenval, enz.)
  • Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de camerasensor zit
  • In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decelereren noodzakelijk is
  • Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
  • Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Dynamic Radar Cruise Control

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Rijden in de afstandsregelmodus

    In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100 meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen uw auto en de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en de voorligger te handhaven.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Op eigen kracht lostrekken van de auto

    Draai eerst het stuurwiel een aantal keren naar rechts en naar links om de voorwielen vrij te maken wanneer de auto vastzit in sneeuw, zand of modder en de auto heen en weer moet worden geschommeld om hem los te trekken Schakel vervolgens afwisselend de eerste versnelling en de achteruitversnelling (bij een handgeschakelde transmissie) in of stand R (achteruit) en één van de vooruitversnellingen (bij een automatische transmissie of dual clutchtransmissie) Laat de motor niet met een te hoog toerental draaien en laat de wielen niet te lang doorslippen. Als de auto na enkele pogingen nog vastzit, moet u de auto los laten trekken om oververhitting van de motor en beschadiging van de transmissie te voorkomen.