Rijden in de afstandsregelmodus
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100 meter
voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand
tussen
uw auto en de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw
auto en de voorligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u een lange
helling afrijdt.
- Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid.
Wanneer er geen voorliggers zijn.
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De
gewenste tussenafstand
kan ook worden ingesteld door de toets voor de tussenafstand te
bedienen.
- Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto.
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid.
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem
automatisch de snelheid
van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt
het
systeem het remsysteem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem
regelt de
snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld
tot de voorligger
gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen
om
een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een
naderingswaarschuwing.
- Voorbeeld van acceleratie.
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid.
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt
wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante
snelheid.
LESEN SIE MEHR:
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en decelereert
de
auto automatisch overeenkomstig de veranderingen in snelheid van de
voorligger,
zelfs wanneer het gaspedaal niet wordt ingetrapt. In de
constante-snelheidsregelmodus
rijdt de auto met een constante snelheid.
1. Druk op de toets ON/OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
N.B.: Wijzigingen of
modificaties zonder nadrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke
partij kunnen veroorzaken dat de productgoedkeuring vervalt.Het typische zendbereik voor uw zender is ca. 10 m.
Een afname van het zendbereik kan worden veroorzaakt door:
weersomstandigheden
radiotorens in de buurt
gebouwen rond de auto
andere geparkeerde auto's naast de auto.
De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden gebruikt door
andere radiozenders, bijvoorbeeld zendamateurs, medische apparatuur,
draadloze hoofdtelefoons, draadloze afstandsbedieningen, mobiele
telefoons, acculaders en alarmsystemen. Als de frequenties worden
gestoord, kunt u uw afstandsbediening niet meer gebruiken. U kunt de
portieren met de sleutel ver- en ontgrendelen.