WAARSCHUWING
In zeldzame gevallen kunnen er problemen met detectie optreden door de infrastructuur van de weg, bijvoorbeeld bruggen, tunnels en veiligheidsbarrières. In dergelijke gevallen remt het systeem laat of onverwacht. U blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het besturen van de auto, de bewaking van het systeem en ingrijpen indien nodig.Laat de auto zo snel mogelijk controleren als er een storing van het systeem is.
De radarsensor heeft een beperkt gezichtsveld. In sommige situaties worden voertuigen niet of later dan verwacht gedetecteerd. De afbeelding die de voorligger aangeeft, gaat niet branden als het systeem geen verkeer voor u waarneemt.
Onverwachte reacties kunnen optreden:
|
In dergelijke gevallen remt het systeem laat of onverwacht. U moet alert blijven en indien nodig ingrijpen.
Wanneer de voorkant van uw auto door iets geraakt wordt of als er schade ontstaat, kan de zone voor radardetectie gewijzigd worden. Dit kan ertoe leiden dat voertuigen niet of bij vergissing worden gedetecteerd.
Systeem niet beschikbaarIn de volgende situaties wordt het systeem wellicht niet ingeschakeld:
N.B.: U kunt de sensor niet zien. Deze zit achter een paneel.
Een bericht geeft aan dat iets de radarsignalen van de sensor blokkeert. De sensor bevindt zich op de onderste grille. Het systeem kan geen voorligger detecteren en werkt niet wanneer de sensor geblokkeerd wordt.
Mogelijke oorzaken en handelingen wanneer dit bericht wordt weergegeven:
Oorzaak | Uit te voeren handelingen |
---|---|
Het oppervlak van de radar is vuil of op een andere manier geblokkeerd. | Maak het oppervlak van de grille vóór de radar schoon of verwijder het object dat de sensor blokkeert. |
Het oppervlak van de radar is schoon, maar het bericht blijft in het display staan. | Wacht een ogenblikje. Het kan een paar minuten duren voordat de radar merkt dat de sensor niet meer geblokkeerd wordt. |
Hevige regen of sneeuw verstoort de radarsignalen. | Gebruik het systeem niet in dergelijke omstandigheden, omdat voorliggers mogelijk niet worden gedetecteerd. |
Water, sneeuw of ijs op het wegdek kunnen de radarsignalen verstoren. | Gebruik het systeem niet in dergelijke omstandigheden, omdat voorliggers mogelijk niet worden gedetecteerd. |
Wegens de aard van radartechnologie kunt u een waarschuwing krijgen dat de sensor is geblokkeerd wanneer de sensor niet wordt geblokkeerd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u rijdt in afgelegen landelijke omgevingen of in de woestijn. Een valse blokkade lost zichzelf op of wordt gewist wanneer u de auto opnieuw start.
Overschakelen op normale snelheidsregelingWAARSCHUWING
De normale snelheidsregeling remt niet wanneer uw auto tragere voertuigen nadert. Zorg ervoor dat u zich altijd goed bewust bent van welke modus u hebt gekozen. Rem indien dit nodig is.U kunt handmatig overschakelen van adaptieve snelheidsregeling naar normale snelheidsregeling via het informatiedisplay.
Het controlelampje voor snelheidsregeling vervangt het controlelampje voor adaptieve snelheidsregeling wanneer u normale snelheidsregeling selecteert. De ingestelde afstand wordt niet getoond en het systeem reageert niet automatisch op voorliggers. Het automatische remsysteem blijft actief om de ingestelde snelheid te behouden.