WAARSCHUWING
Let altijd goed op veranderende omstandigheden op de weg als u de adaptieve snelheidsregeling gebruikt. Het systeem vormt geen vervanging voor aandachtig rijden. Als u niet op de weg let, kan dit leiden tot een botsing of ernstig of fataal letsel.
Gebruik de adaptieve snelheidsregeling niet wanneer u de snelweg oprijdt of verlaat, op wegen met kruispunten of rotondes of andere weggebruikers dan voertuigen of op bochtige, gladde, onverharde wegen of steile hellingen.Gebruik het systeem niet bij slecht zicht, bijvoorbeeld mist, zware regenval, opspattend water en sneeuw.
Gebruik het systeem niet wanneer u een aan aanhanger sleept met een achteraf aangesloten elektronisch remsysteem voor aanhangers. Als u deze instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto en al dan niet dodelijke verwondingen.Gebruik uitsluitend aanbevolen bandenmaten, omdat anders de normale werking van het systeem beïnvloed kan worden. Als u dat niet doet, kunt u de controle over de auto verliezen, wat tot ernstig letsel kan leiden.
Adaptieve snelheidsregeling detecteert wellicht geen stilstaande voertuigen of voertuigen die langzamer rijden dan 10 km/h.Adaptieve snelheidsregeling detecteert geen voetgangers of voorwerpen op de weg.
Adaptieve snelheidsregeling detecteert geen tegenliggers in dezelfde rijstrook.Adaptieve snelheidsregeling is geen aanrijdingswaarschuwings- of aanrijdingsvoorkomingssysteem.
N.B.: Het is uw verantwoordelijkheid om altijd alert te blijven, veilig te rijden en de controle over uw auto te houden.Het systeem past uw rijsnelheid aan om de ingestelde afstand tussen uw auto en uw voorligger op dezelfde rijstrook te handhaven. U kunt kiezen uit vier instellingen.
Het systeem maakt gebruik van een radarsensor die een lichtbundel direct voor uw auto projecteert.U bedient de adaptieve snelheidsregeling via het stuurwiel.