Schakelaar ruitenwisser en sproeier achter (stationwagen)
De schakelaar voor de achterruitenwisser en –sproeier bevindt zich aan het
uiteinde van de ruitenwisser en sproeierschakelaar. Zet de schakelaar in
de gewenste stand om de achterruitenwisser en sproeier te bedienen.
(6) Normale ruitenwisserbediening (7)
Interval (indien van toepassing) (8) O Ruitenwisser is uitgeschakeld
Duw de hendel van u af om ruitensproeiervloeistof op de ruit te sproeien
en de achterruitenwissers 1~3 keer te laten wissen. De ruitensproeier en de
ruitenwissers blijven werken tot u de hendel loslaat.
LESEN SIE MEHR:
Als met de ruitenwisser in stand OFF (O) de hendel naar voren trekt om de
ruitensproeier in te schakelen, maakt deze wisslagen Gebruik deze
functie om de voorruit te reinigen De ruitensproeier en de ruitenwissers
blijven werken tot u de hendel loslaat Controleer het peil van de
ruitensproeiervloeistof als de ruitensproeiers niet werken. Vul het
reservoir met een geschikte, niet schurende ruitensproeiervloeistof
wanneer het peil te laag is De vulpijp van het reservoir bevindt zich
vooraan in de motorruimte aan passagierszijde.
LET OP Laat de interieurverlichting niet te lang branden als de motor niet draait. Hierdoor kan de accu ontladen raken.
WAARSCHUWING Gebruik de interieurverlichting niet wanneer u in het donker rijdt. Doordat de interieurverlichting het zicht kan beperken, kunnen ongevallen ontstaan.
Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is
een kleurloos en reukloos
gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.