Stuurkolomverstelling
Een in hoogte en lengte verstelbare stuurkolom maakt het mogelijk het
stuurwiel af te stellen voordat u gaat rijden. Daarnaast kunt u het stuurwiel
omhoog kantelen zodat uw benen meer ruimte hebben bij het in en uitstappen
Het stuurwiel moet zo worden afgesteld dat u een tijdens het rijden
comfortabel zit en tegelijkertijd een goed zicht hebt op de
Waarschuwingslampjes en meters/tellers in het instrumentenpaneel.
WAARSCHUWING
- Stel het stuurwiel nooit af tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ongevallen en (dodelijk) letsel kunnen worden veroorzaakt.
- Controleer na het afstellen of het stuurwiel goed vastzit.
Wijzigen van de hoek van het stuurwiel: trek de ontgrendelingshendel van
het stuurwiel (1) omlaag, zet het stuurwiel in de gewenste hoek (2) en
hoogte (3) en trek de ontgrendelingshendel (4) weer omhoog om het
stuurwiel te vergrendelen Stel het stuurwiel af voordat u gaat rijden.
OPMERKING Het is mogelijk dat de ontgrendelhendel, na het instellen, het stuurwiel niet blokkeert. Dit duidt niet op een storing. Dit gebeurt
als er twee tandwielen in aangrijping zijn. Stel in zo'n
geval het stuurwiel opnieuw in en vergrendel
het.
LESEN SIE MEHR:
De stuurbekrachtiging vermindert de benodigde stuurkracht door gebruik te
maken van een elektromotor. Bij een niet draaiende motor of bij een defecte
stuurbekrachtiging blijft de auto bestuurbaar, maar is de benodigde
stuurkracht veel groter De elektromotor die voor de bekrachtiging
zorgt, wordt geregeld door een module die de elektromotor aanstuurt op
basis van signalen over het stuurkoppel en de rijsnelheid Het sturen
wordt zwaarder wanneer de rijsnelheid toeneemt en lichter wanneer de
snelheid afneemt. Hierdoor hebt u een betere controle over het stuurwiel
Indien u merkt dat onder normale omstandigheden het sturen van de auto
zwaarder gaat dan normaal, moet u het systeem door een professionele
werkplaats laten controleren. Kia raadt aan om een officiële
Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
Wanneer het contact in stand ON staat, kunt u door het indrukken van de
toets van de stuurwielverwarming de stuurwielverwarming inschakelen. Het
controlelampje in de toets gaat branden Druk nogmaals op de toets om de
stuurwielverwarming uit te schakelen Het controlelampje in de toets gaat
uit.
Het zijsensorsysteem gebruikt de sensoren aan de voor- en achterzijde om
obstakels binnen het pad dat uw auto aflegt, in de buurt van de zijkanten
van uw auto, te detecteren en in kaart te brengen. De zijsensoren werken als
de transmissie in een andere stand dan de parkeerstand (P) staat.
N.B.: Obstakels die het
detectiegebied aan de zijkant binnenkomen zonder door de voorste of
achterste zijsensoren te zijn gedetecteerd en in kaart te zijn gebracht,
worden niet gedetecteerd.