Stuurwieltoetsen
audiosysteem
Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden bediend met behulp
van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afhankelijk van het type audiosysteem of 10,3 inch
display. Raadpleeg de handleiding van het audiosysteem of 10,3 inch display
voor meer informatie.
Afhankelijk van het type audiobron zijn sommige functies mogelijk niet
beschikbaar.
Bedienen van het audiosysteem met de stuurwieltoetsen
- Volumetoets
- Verhogen/verlagen van het
volume
- Ingedrukt houden: blijft het
volume verhogen/verlagen
- Radio geselecteerd:
- Indrukken (behalve in stand voor
handmatige bediening): selecteren
van een radiozender
- Indrukken (stand voor handmatige bediening): omhoog/omlaag
zoeken
- Ingedrukt houden (stand voor handmatige bediening): blijft
omhoog/
omlaag zoeken
CD-, MP3/WMA/AAC-disc-, Bluetooth-, iPod- of USB-modus:
- Indrukken: selecteren van een muziekstuk/bestand/video
- Ingedrukt houden: selecteren van een map/album
(MP3/WMA/AACdisc
of USB)
- Toets MODE
- Inschakelen, selecteren van de audiobron
- Houd deze toets ingedrukt om het geluid van de actuele
weergave te dempen
of de actuele weergave te onderbreken. Houd de toets ingedrukt
om
het dempen of onderbreken ongedaan te maken.
WAARSCHUWING ■ Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op het stuurwiel de
nodige voorzichtigheid in acht. |
LESEN SIE MEHR:
■ Invoermodus
Letters en cijfers kunnen worden ingevoerd via het scherm.
Draai de bedieningsknop om het
gewenste karakter te selecteren
en druk op de bedieningsknop
om het karakter in te voeren.
Wanneer deze indicator wordt
weergegeven, kunt u de invoervelden
wijzigen door de bedieningsknop
naar voren te
bewegen.
Wanneer deze indicator wordt weergegeven, kunt u het
karaktertype wijzigen
door de bedieningsknop naar rechts te bewegen en vervolgens het
gewenste karaktertype te selecteren.
Hiermee kunt u de karakters een voor een wissen. Houd deze
geselecteerd
om alle karakters te wissen.
Hiermee kunt u de invoer van de gegevens voltooien.
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
zone A, is de temperatuur in orde,
zone B, is de temperatuur te hoog. Het
waarschuwingslampje STOP gaat branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.