Vóór het rijden
Vóór het instappen
- Zorg ervoor dat alle ruiten, buitenspiegel( s) en lampen schoon
zijn.
- Controleer de toestand van de banden.
- Controleer of er geen sporen van lekkage onder de auto te zien
zijn.
- Controleer of er zich geen obstakels achter de auto bevinden
wanneer u achteruit wilt rijden.
Noodzakelijke controles
De volgende vloeistofpeilen dienen regelmatig, afhankelijk van het
gebruikte interval, gecontroleerd te worden: motorolie, koelvloeistof,
remvloeistof en ruitensproeiervloeistof. Nadere informatie vindt u in
Hoofdstuk 9, Onderhoud.
WAARSCHUWING Als u tijdens het rijden wordt afgeleid, kunt u de controle over de auto verliezen, met een aanrijding en mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. De voornaamste
verantwoordelijkheid van de bestuurder is het veilig besturen van de auto
volgens de wettelijke regels. Het gebruik van handheld of andere
apparatuur of van systemen in de auto die de aandacht van de bestuurder op
welke wijze dan ook afleiden van het veilig besturen van de auto of die
wettelijk niet zijn toegestaan, is dan ook verboden
Vóór het starten
- Sluit alle portieren.
- Verstel de stoel zodanig dat u alle bedieningsorganen
gemakkelijk kunt bereiken.
- Stel de binnen en buitenspiegels af.
- Controleer of alle verlichting werkt.
- Controleer alle instrumenten.
- Controleer of alle Waarschuwingslampjes werken als het contact
in de stand ON staat.
- Ontgrendel de parkeerrem en controleer of het
Waarschuwingslampje van het remsysteem uit gaat.
Voor een veilig gebruik is het noodzakelijk dat u volledig vertrouwd bent
met uw auto en de bedieningsorganen.
WAARSCHUWING Alle inzittenden moeten tijdens het rijden de veiligheidsgordel op de juiste manier dragen. Zie "Veiligheidsgordels
"op bladzijde voor meer informatie over het juiste gebruik van de veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING Controleer altijd de omgeving rond de auto op de aanwezigheid van personen, in het bijzonder kinderen, voordat u de transmissie in stand D (rijden) of R (achteruit) zet.
WAARSCHUWING
Rijden onder invloed van alcohol of drugs Rijden onder invloed is gevaarlijk. Rijden onder
invloed is de belangrijkste doodsoorzaak in het verkeer. Zelfs een geringe
hoeveelheid alcohol vermindert het reactie , waarnemingsen
beoordelingsvermogen. Rijden onder invloed van drugs is minstens even
gevaarlijk als rijden onder invloed van alcohol De kans op een ernstig
ongeval is vele malen groter als u gaat rijden onder invloed van alcohol
of drugs Ga niet rijden als u gedronken heeft of drugs heeft gebruikt.
Rijd ook niet mee met een bestuurder die onder invloed van alcohol of
drugs is. Bepaal van tevoren wie er rijdt of neem een taxi.
WAARSCHUWING
- Wanneer u de auto met draaiende motor wilt parkeren of stilzetten, zorg er dan voor dat u het gaspedaal niet gedurende langere tijd ingetrapt houdt. De motor of het uitlaatsysteem kan anders oververhit raken waardoor brand kan ontstaan.
- Wanneer u plotseling remt of het stuurwiel snel draait, kunnen losse voorwerpen op de vloer terechtkomen en de bediening van de pedalen hinderen, met een aanrijding tot gevolg. Zorg dat alle losse voorwerpen in de auto goed zijn opgeborgen.
- Als u uw aandacht niet richt op het autorijden, kan dat een aanrijding tot gevolg hebben. Wees voorzichtig wanneer u tijdens het rijden systemen bedient die uw aandacht kunnen afleiden, zoals het audiosysteem of de verwarming. Veilig rijden is te allen tijde de verantwoordelijkheid van de bestuurder.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING UITLAATGASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN! Uitlaatgassen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn. Draai
onmiddellijk de ruiten open als u op enig moment uitlaatgassen in de auto ruikt.
Inhaleer uitlaatgassen niet. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een kleurloos
en reukloos gas dat bewusteloosheid en dood door verstikking kan veroorzaken.
Controleer of het uitlaatsysteem niet
lekt. Het
uitlaatsysteem moet elke keer dat de auto op de brug staat voor olie
verversen of voor andere reparaties worden gecontroleerd. Laat als het probleem niet opgelost is, het
systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
Laat de motor niet draaien in een
afgesloten ruimte.
Het is gevaarlijk de motor van uw auto in de garage te laten draaien, ook al
staat de garagedeur open. Laat de motor niet langer in uw garage draaien dan de tijd die u na
het starten nodig heeft om de garage uit te rijden.
Voorkom langdurig stationair draaien als
er mensen in het voertuig zitten. Als het noodzakelijk is de auto gedurende langere
tijd stationair te laten draaien terwijl er mensen in de auto aanwezig zijn, doe dat dan alleen in een open ruimte, zet
de luchttoevoer op "buitenlucht" en schakel een van de hogere
ventilatorsnelheden
in zodat er frisse lucht naar binnen wordt gevoerd.
Met het systeem kunt u sleutels programmeren met beperkte rijfuncties om
goed rijgedrag te stimuleren. Met uitzondering van één sleutel kunt u alle
sleutels gebruiken die voor uw auto met deze beperkte rijfuncties zijn
geprogrammeerd.Sleutels die niet geprogrammeerd zijn worden admin-sleutels genoemd. Met deze
sleutels kunt u:
een MyKey maken
optionele MyKey instellingen programmeren
alle MyKey-functies wissen.
Als u een MyKey geprogrammeerd hebt, kunt u via het informatiedisplay toegang
krijgen tot de volgende informatie:
Hoeveel admin-sleutels en MyKeys bij de auto geprogrammeerd zijn.
De totale gereden afstand met gebruik van een MyKey.
N.B.: Schakel het contact in om
het systeem te gebruiken.