Bergrem
Druk de knop op de versnellingshendel in om de bergrem te
activeren. Het controlelampje van de bergrem op het dashboard
brandt.
De bergremfunctie:
- Biedt extra remkracht op hellingen door middel van een
combinatie van de motorfunctie en het opladen van de
hoogspanningsaccu. Dit helpt om de rijsnelheid constant te
houden wanneer u een helling afrijdt.
- Terwijl uw auto bepaalt hoeveel motorfunctie nodig is en
hoeveel de hoogspanningsaccu moet worden opgeladen, merkt u
mogelijk dat het motortoerental toeneemt en/of afneemt. Dit
helpt om uw rijsnelheid constant te houden wanneer u een helling
afrijdt.
Als de bergrem is geactiveerd, drukt u de knop op de
versnellingshendel in om de bergrem te deactiveren. Het
controlelampje van de bergrem gaat uit.
Laag (L)
- Maximaliseert de remfunctie van de motor.
- De transmissie kan bij elke rijsnelheid in laag (L) worden
gezet.
- Niet bedoeld voor langdurig gebruik of voor gebruik bij
normale rijomstandigheden en leidt tot een hoger
brandstofverbruik.
LESEN SIE MEHR:
Uw auto in of uit een versnelling zetten:
Trap het rempedaal helemaal in.
Plaats de versnellingshendel in de gewenste versnelling.
Kom volledig tot stilstand.
Beweeg de versnellingshendel en zet deze vast in de
parkeerstand (P).
Parkeerstand (P)
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto voordat is gecontroleerd of de
remlichten werken.Wanneer u deze procedure uitvoert, moet u de transmissie uit
de parkeerstand (P) zetten, zodat uw auto vrij kan rollen. Om te
voorkomen dat de auto zich ongewenst verplaatst, trekt u altijd
de parkeerrem volledig aan voordat u deze procedure uitvoert.
Gebruik wielkeggen indien nodig.
Als de handrem volledig is vrijgezet, maar de
remwaarschuwingslamp blijft branden, werken de remmen wellicht
niet correct. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
Condens in de voor- en achterlampen van de buitenverlichting
Voor- en achterlampen van de buitenverlichting hebben
ontluchtingsopeningen ten behoeve van normale wijzigingen in de
luchtdruk.Condensvorming kan een natuurlijke bijkomstigheid van deze
constructie zijn. Wanneer vochtige lucht via de
ontluchtingsopeningen in de lampeenheid binnendringt, bestaat de
mogelijkheid dat condensvorming optreedt wanneer de temperatuur laag
is. Wanneer normale condensvorming optreedt, kan zich een licht waas
aan de binnenzijde van de lens vormen. Dit fijne waas verdwijnt
wanneer de lampen normaal in bedrijf zijn geleidelijk via de
ontluchtingsopeningen.
Onder droge weersomstandigheden kan dit oplossen 48 uur duren.