Instructieboekje, auto handleidingen

Handmatig uitschakelen

WAARSCHUWING

Als de waarschuwingslamp van het remsysteem blijft branden of meer dan vier seconden knippert nadat u de parkeerrem hebt vrijgezet, kan er een probleem zijn met uw remsysteem. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.

U kunt de elektrische parkeerrem als volgt handmatig vrijzetten:

  1. Het contact aanzetten.
  1. Het rempedaal indrukken.
  1. Op de schakelaar van de elektrische parkeerrem drukken.
Wanneer u de elektrische parkeerrem vrijzet, wordt de waarschuwingslamp van het remsysteem uitgeschakeld.

Automatisch vrijzetten - vrijzetten en wegrijden

Als aan al deze voorwaarden is voldaan, zal uw auto de parkeerrem automatisch vrijzetten:
  • Het bestuurdersportier is dicht.
  • Het gaspedaal wordt ingetrapt.
  • Er zijn geen storingen gedetecteerd in het parkeerremsysteem.
N.B.:  Als de waarschuwingslamp van de elektrische parkeerrem blijft branden, wordt de elektrische parkeerrem niet automatisch vrijgezet. U moet de elektrische parkeerrem vrijzetten met de schakelaar voor de elektrische parkeerrem.

N.B.:  Als bij auto's met handgeschakelde transmissie de transmissie in de neutraalstand (N) staat wanneer u het koppelingspedaal loslaat en op het gaspedaal trapt, wordt de elektrische parkeerrem automatisch vrijgezet.

N.B.:  Bij auto's met handgeschakelde transmissie moet u eerst het koppelingspedaal volledig intrappen voordat de functie vrijzetten voor vertrek zal werken. Rijd zoals gewoonlijk en gebruik het gaspedaal en het koppelingspedaal, dan wordt de elektrische parkeerrem automatisch vrijgezet.

De waarschuwingslamp van het remsysteem gaat uit ter bevestiging dat u de elektrische parkeerrem hebt vrijgezet.

N.B.:  Het vrijzetten van de elektrische parkeerrem bij vertrek maakt het eenvoudiger om te vertrekken op een helling. Deze functie zet de parkeerrem automatisch vrij wanneer de auto voldoende rijvermogen heeft om de helling op te rijden. Trap het gaspedaal snel in om te garanderen dat de functie vrijzetten voor vertrek werkt wanneer u op een helling vertrekt.

Met aanhanger rijden

Afhankelijk van de hellingshoek en het gewicht van de aanhanger, kunnen uw auto en de aanhanger iets naar achteren rollen wanneer u op een helling vertrekt.

Ga als volgt te werk om dit te voorkomen:

  1. Trek de schakelaar omhoog en houd de schakelaar in deze positie.
  1. Rijd met de auto en laat de schakelaar los wanneer u merkt dat de motor voldoende rijvermogen heeft opgebouwd om weg te rijden.
Lege accu

WAARSCHUWING

U kunt de elektrische parkeerrem niet inschakelen of vrijzetten als de accu (bijna) leeg is.

Als de accu (bijna) leeg is, moet u hulpstartkabels en een hulpaccu gebruiken.

    LESEN SIE MEHR:

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > De elektrische parkeerrem inschakelen

    WAARSCHUWING Het waarschuwingslampje van het remsysteem knippert wanneer de elektrische parkeerrem wordt ingeschakeld. Als het waarschuwingslampje van het remsysteem blijft knipperen, kan er een probleem zijn met de elektrische parkeerrem. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Regeling voor bergop rijden

    WAARSCHUWING Het systeem vervangt niet de parkeerrem. Bedien voor het verlaten van de auto altijd de parkeerrem.Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, moet u in uw auto blijven zitten. U blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het besturen van de auto, de bewaking van het systeem en ingrijpen indien nodig. Als u niet voorzichtig bent, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto, ernstige of dodelijke verwondingen. Het systeem wordt uitgeschakeld als er een defect is of als u het toerental van de motor onnodig opdrijft.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Richtingaanwijzers

    Om de richtingaanwijzers te kunnen gebruiken, moet het contact in de stand ON staan. Beweeg de combischakelaar omhoog of omlaag (A) om de richtingaanwijzers in te schakelen. De groene, pijlvormige controlelampjes op het instrumentenpaneel geven aan welke richtingaanwijzer in werking is. Na het nemen van de bocht, worden de lampjes automatisch uitgeschakeld. Zet de combischakelaar handmatig terug in de middenstand als de richtingaanwijzers na een bocht blijven knipperen.