Handmatig uitschakelen
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslamp van het remsysteem blijft branden of meer
dan vier seconden knippert nadat u de parkeerrem hebt vrijgezet, kan er
een probleem zijn met uw remsysteem. Laat uw auto zo snel mogelijk
controleren.U kunt de elektrische parkeerrem als volgt handmatig vrijzetten:
- Het contact aanzetten.
- Het rempedaal indrukken.
- Op de schakelaar van de elektrische parkeerrem drukken.
Wanneer u de elektrische parkeerrem vrijzet, wordt de waarschuwingslamp
van het remsysteem uitgeschakeld.
Automatisch vrijzetten - vrijzetten en wegrijden
Als aan al deze voorwaarden is voldaan, zal uw auto de parkeerrem
automatisch vrijzetten:
- Het bestuurdersportier is dicht.
- Het gaspedaal wordt ingetrapt.
- Er zijn geen storingen gedetecteerd in het parkeerremsysteem.
N.B.: Als de
waarschuwingslamp van de elektrische parkeerrem blijft branden, wordt de
elektrische parkeerrem niet automatisch vrijgezet. U moet de elektrische
parkeerrem vrijzetten met de schakelaar voor de elektrische parkeerrem.
N.B.: Als bij auto's met
handgeschakelde transmissie de transmissie in de neutraalstand (N) staat
wanneer u het koppelingspedaal loslaat en op het gaspedaal trapt, wordt
de elektrische parkeerrem automatisch vrijgezet.
N.B.: Bij auto's met
handgeschakelde transmissie moet u eerst het koppelingspedaal volledig
intrappen voordat de functie vrijzetten voor vertrek zal werken. Rijd
zoals gewoonlijk en gebruik het gaspedaal en het koppelingspedaal, dan
wordt de elektrische parkeerrem automatisch vrijgezet.De waarschuwingslamp van het remsysteem gaat uit ter bevestiging dat u
de elektrische parkeerrem hebt vrijgezet.
N.B.: Het vrijzetten van de
elektrische parkeerrem bij vertrek maakt het eenvoudiger om te
vertrekken op een helling. Deze functie zet de parkeerrem automatisch
vrij wanneer de auto voldoende rijvermogen heeft om de helling op te
rijden. Trap het gaspedaal snel in om te garanderen dat de functie
vrijzetten voor vertrek werkt wanneer u op een helling vertrekt.
Met aanhanger rijden
Afhankelijk van de hellingshoek en het gewicht van de aanhanger, kunnen
uw auto en de aanhanger iets naar achteren rollen wanneer u op een
helling vertrekt.
Ga als volgt te werk om dit te voorkomen:
- Trek de schakelaar omhoog en houd de schakelaar in deze positie.
- Rijd met de auto en laat de schakelaar los wanneer u merkt dat de
motor voldoende rijvermogen heeft opgebouwd om weg te rijden.
Lege accuWAARSCHUWING
U kunt de elektrische parkeerrem niet inschakelen of vrijzetten als
de accu (bijna) leeg is.Als de accu (bijna) leeg is, moet u hulpstartkabels en een hulpaccu
gebruiken.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING
Het waarschuwingslampje van het remsysteem knippert wanneer de
elektrische parkeerrem wordt ingeschakeld. Als het waarschuwingslampje
van het remsysteem blijft knipperen, kan er een probleem zijn met de
elektrische parkeerrem. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
WAARSCHUWING
Het systeem vervangt niet de parkeerrem. Bedien voor het verlaten van
de auto altijd de parkeerrem.Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, moet u in uw auto blijven
zitten. U blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het besturen van
de auto, de bewaking van het systeem en ingrijpen indien nodig. Als u
niet voorzichtig bent, kan dit leiden tot verlies van controle over de
auto, ernstige of dodelijke verwondingen.
Het systeem wordt uitgeschakeld als er een defect is of als u het
toerental van de motor onnodig opdrijft.
Om de richtingaanwijzers te kunnen gebruiken, moet het contact in de stand
ON staan. Beweeg de combischakelaar omhoog of omlaag (A) om de
richtingaanwijzers in te schakelen. De groene, pijlvormige controlelampjes
op het instrumentenpaneel geven aan welke richtingaanwijzer in werking is.
Na het nemen van de bocht, worden de lampjes automatisch uitgeschakeld.
Zet de combischakelaar handmatig terug in de middenstand als de
richtingaanwijzers na een bocht blijven knipperen.