Uw auto gedraagt zich anders dan een niet-hybride auto. We beschrijven de voornaamste verschillen:
Accu: Uw hybride heeft een hoogspanningsaccu. Een koele accu gaat langer mee en levert optimale prestaties.
De hoogspanningsaccu wordt gekoeld met interieurlucht die wordt aangezogen via luchtroosters achter in de accubak. Zet niets voor de luchtroosters dat de luchtstroom kan belemmeren.Als u de auto meer dan 31 dagen niet hebt gebruikt, kan het nodig zijn om de auto te starten met de startkabels.
Motor: Het motortoerental van uw hybride is niet direct aan de rijsnelheid gekoppeld. De benzinemotor en transmissie van uw auto zijn ontworpen om het benodigde vermogen bij het efficiëntste toerental te leveren. Bij hard optrekken kan uw hybride hoge toerentallen bereiken (tot 6.000 omw/min).Bij lange bergritten merkt u wellicht dat de toerenteller oploopt zonder dat u iets doet. Dat hoort zo en dient om de accu opgeladen te houden. U merkt misschien ook dat de motor blijft draaien en niet wordt uitgeschakeld als u lange afdalingen maakt.
Tijdens dit afremmen op de motor blijft de motor aan, maar zonder brandstof te gebruiken. U hoort eventueel ook een zacht gejank of gefluit onder het rijden. Dat is het normale geluid van de elektrische generator in het hybride systeem.In bepaalde gevallen (bijv. een werkplaatsbezoek) kan uw 12-volt laagspanningsaccu worden losgekoppeld of uitgeschakeld. Nadat de accu weer is aangesloten, kan de motor na een rit nog 3 tot 5 seconden blijven lopen nadat u het contact uitzet. Dat is normaal.
Remmen: Uw hybride kan normaal hydraulisch remmen, maar ook regeneratief remmen. Uw transmissie gebruikt regeneratief remmen om remenergie terug te winnen die in de hoogspanningsaccu wordt opgeslagen.