Instructieboekje, auto handleidingen

Hybride elektrische auto

Deze hybride auto combineert aandrijving door een elektro- en een benzinemotor voor ongekende prestaties en efficiëntie. Er zijn geen speciale brandstoffen vereist, en u hoeft de auto nooit op een stopcontact aan te sluiten.

N.B.:  Misschien valt u het hoge motortoerental na het starten op. Dit tijdelijke verschijnsel is normaal en dient om het interieur te verwarmen en de uitstoot te beperken.

Missing Image  Starten: Schakel het contact in met de keuzehendel van de transmissie in parkeerstand (P). Op het instrumentenpaneel licht de groene Ready-lamp op, om u te laten weten dat de auto klaar is voor vertrek.

De benzinemotor start wellicht niet omdat uw auto Silent Key Start heeft. Met deze brandstofbesparende functie is uw auto klaar voor vertrek zonder dat de benzinemotor moet worden gestart. Deze lamp blijft branden zolang de auto aanstaat, of de motor nu wel of niet draait, om aan te geven dat de auto kan rijden (elektrisch, op de motor of beide). De benzinemotor start meestal niet, tenzij de auto koud is of tenzij u de klimaatregeling anders instelt of het gaspedaal intrapt.

Rijden: De benzinemotor start en stopt automatisch om zo nodig vermogen te leveren, dan wel om brandstof te besparen. Als u langzaam uitrolt, stopt of stilstaat, slaat de benzinemotor meestal af en werkt de auto puur in de elektrische modus. Gevallen waarin de benzinemotor aanslaat of blijft lopen zijn onder andere:
  • Hard optrekken.
  • Rijsnelheid meer dan 85 mph (137 km/uur). Bedenk dat de topsnelheid puur elektrisch lager kan zijn bij hoge temperaturen en in heuvelachtig terrein.
  • Bergop rijden.
  • Oplaadniveau van hoogspanningsaccu is laag.
  • Heel hoge of lage buitentemperatuur (om systeem te laten koelen of verwarmen).
  • Benzinemotor niet warm genoeg om gewenste binnentemperatuur te bereiken.
Stoppen: De benzinemotor slaat eventueel af om brandstof te besparen als u stopt. U hoeft de auto niet opnieuw te starten. Druk gewoon het gaspedaal in als u wilt wegrijden.

Transmissie bedienen: Dankzij de technologisch geavanceerde, elektronisch gestuurde continu variabele transmissie voelt u niet dat de auto schakelt, zoals bij niet-hybride auto´s.

N.B.:  Doordat de transmissie het motortoerental regelt, kan het soms wat hoog lijken. Dit is een normale hybride werking, die brandstof bespaart en de prestaties verbetert.

Neutraal: U wordt geadviseerd om de auto niet gedurende lange tijd in neutraal (N) stationair te laten draaien, omdat hierdoor uw hoogspanningsaccu ontlaadt en het brandstofverbruik stijgt. De benzinemotor start niet en levert in neutraal (N) geen stroom aan het hybride systeem.

Lage versnelling: De lage versnelling (L) dient om de versterkte motorremwerking van een niet-hybride auto na te bootsen. De lage versnelling produceert een hoger motortoerental, waardoor u op de motor kunt afremmen. Dit is normaal en niet slecht voor uw auto. In Laag zal de benzinemotor vaker draaien dan in Vooruit (D).

LESEN SIE MEHR:

 Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Het systeem uit- en inschakelen

Het systeem wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het contact inschakelt. Om het systeem uit te schakelen, drukt u op de schakelaar (het woord OFF gaat branden). Het systeem wordt alleen uitgeschakeld gedurende de huidige contactcyclus. Druk nogmaals op de schakelaar om het systeem in te schakelen.

 Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Unieke eigenschappen van de hybride auto

Uw auto gedraagt zich anders dan een niet-hybride auto. We beschrijven de voornaamste verschillen:Accu: Uw hybride heeft een hoogspanningsaccu. Een koele accu gaat langer mee en levert optimale prestaties. De hoogspanningsaccu wordt gekoeld met interieurlucht die wordt aangezogen via luchtroosters achter in de accubak. Zet niets voor de luchtroosters dat de luchtstroom kan belemmeren.

 Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Richtingaanwijzers

Links: duw de hendel helemaal omlaag. Rechts: duw de hendel helemaal omhoog. Wanneer de richtingaanwijzers na meer dan 20 seconden nog niet zijn uitgeschakeld, wordt bij een snelheid van meer dan 60 km/h automatisch het knippergeluid versterkt.